Patiëntenverhalen

Jim Fernand, simply the best!
Na mijn artsexamen werd ik in rap tempo steeds vermoeider. Uiteindelijk bleek ik een kwaadaardige aandoening te hebben, maar na de succesvolle behandeling hiervan bleef ik moe. De moeheid beheerste elk aspect van mijn leven.
Na een bad moest ik weer uren terug naar bed, boodschappen doen was een uitputtingsslag. Ik lag op de bank en kon ongeveer 6 afspraken per jaar aan, en dat was eigenlijk ook te veel. Een afspraak per 2 maanden vergde namelijk 2 a 3 weken vooraf aan, kleding klaarzetten, haren wassen, etc, al deze taken kosten mij een paar dagen aan voorbereiden, de actie , en het uitgeput zijn daarna. Dan kwam de afspraak zelf, bijvoorbeeld naar een verjaardag toe gaan. De nacht van te voren vaak laat naar bed, omdat ik bijvoorbeeld de voorkamer wilde opruimen omdat ik opgehaald werd. Dit kostte mij makkelijk een paar dagen, niet omdat het zo rommelig was, maar omdat elke taak zoveel energie kostte. Dan kwam het uitje voor een paar uur, en dan was ik na weken nog moe, overprikkeld, kon bijvoorbeeld die hele week nog geen maaltijd bereiden of mijn lichaam optimaal verzorgen.
De huisarts vond niets, geen lichamelijke of bloedafwijking en hield het op stress. Stress, ik maakte helemaal niets mee, dus dat zag ik niet zo. Mijn eigen verjaardag vieren kostte mij minimaal 4 maanden, 1 keer per week een deel van de spullen halen, invriezen, nadenken wat ik hen voor zou zetten en het het volgende moment alweer vergeten zijn. Ik kon niet lezen, de informatie bleef niet plakken in mijn hoofd. Werken was uitgesloten.
Via via hoorde ik van Jim. Hij zou een aparte benaderwijze hebben, de reguliere geneeskunde niet uitsluiten, integer zijn (groot pluspunt!), en bovenal , goed in zijn vak. Wellicht kon hij iets met mijn moeheid. Ik kreeg zijn telefoonnummer en kreeg bij het eerste contact een bijzonder prettig sociaal persoon aan de lijn, die heel begaan leek met mijn situatie. Hij praatte zeker een half uur met mij en liet het aan mij over of ik door hem gezien wilde worden.
Ik wilde wel, maar wist niet hoe dat te regelen. Hij zat in Leersum en ik in het Noorden van het land. Ik was te moe dat te plannen. De kennis die mij het telefoonnummer gaf bleef volhouden. Als je dorst hebt ben je ook niet te moe om naar de kraan te lopen, bij hem moet je zijn, vond ze. Uiteindelijk vroeg ik mijn moeder om bij mij in huis te komen, en een maand lang alle taken over te nemen, zodat ik energie kon vrijmaken voor de reis naar Leersum. Na een maand voorbereiding ging ik op pad met de auto, wat was het ver weg, het leek het eind van de wereld. Toen ik er aankwam kon ik niet meer rechtop zitten. Ik hoopte op een onderzoeksbank te komen te liggen, maar Jim wilde mij alleen informatie geven, heel veel informatie over biochemie en de stofwisseling. Maar ik kon, niet alleen niet zitten, maar ook niet luisteren en al helemaal niets onthouden, en dat zei ik ook.
Ik kom eraan zei hij, geheel niet van slag. Ik was bang dat hij mij een hysterische aanstelster zou vinden. Hij kwam terug…met een karaf water en een glas. Drink zei hij, 3 volle glazen. En tot mijn eigen verwondering kon ik in elk geval rechtop zitten en iets oppakken van zijn boodschap.
You have a toxic brain, zei hij, en dat verdun je nu met water, maar het lost het probleem niet op.
Hij gaf mij vanwege mijn beroep als arts een boek mee van een collega arts, met de titel “tired or toxic”. Ben je moe, of is je lijf ziek, is de vraagstelling van dit boek. Lees dit, zei hij vriendelijk, het is mijn eigen exemplaar, het is niet te koop in de boekhandel . Zie maar of je terug wilt komen als je het gelezen hebt. Ik durfde niet te zeggen dat ik niet kon lezen, of zelfs rechtop zitten voor langere tijd. Ik bedankte hem, en hij bracht mij zorgzaam naar de auto, na nog wat glazen water. Ik weet niet meer hoe ik thuiskwam, ik was gebroken en maandenlang volkomen kapot van moeheid, door de lange reis.
Ik belde hem niet, omdat ik het boek niet kon lezen. Tot hij op een avond belde. Hoe gaat het, vroeg hij, Goed, antwoordde ik. Heb je het boek uit, vroeg hij. Ehm, ik heb nog geen tijd gehad, jokte ik. Dit is voor jou heel belangrijk, ik wil graag dat je het leest voor wij verder gaan, of met het dieet begint en kijkt hoe het voor je uitpakt. Ik zal het doen zei ik met een zo krachtig mogelijke stem, en zocht meteen na het telefoongesprek het hoofdstukje dieet op. Gelukkig was het maar 1 bladzijde. Elke dag schreef ik een regel over, en probeerde het te onthouden en toe te passen. Na een week dieet, kon ik twee regels per dag overschrijven, en na een maand had ik de hele bladzij uit en toegepast. Ik was zo trots op mijn overwinning. Geen koekjes, geen pasta, maar rijst, olijfolie, groenten en eigenlijk een plantaardige eiwitbron, maar ik kon het vlees niet laten staan, snoep ook niet. Maar omdat ik steeds weer beloond werd voor het volhouden met energie was ik al snel om, en belde hem op. Er waren meer dan 4 maanden verstreken sinds ons eerste contact. Ik kom naar je toe, zei ik, ik wil meer weten.
Ik ben nooit meer weggegaan. Elke klacht of symptoom werd op een wetenschappelijk toetsbare manier uitgelegd en werd genezen. Het sloot aan bij mijn eigen kennis van de geneeskunde, door Jim gebracht in een meer geavanceerde, individuele benadering, met grote kennis van de biochemie, fysiologie, ziekte en bovenal, genezing.
Ik werk nu weer 70 uur per week, ga naar medische congressen over de hele wereld, kan als het moet makkelijk elke dag naar zijn praktijk rijden, of twee keer, en die dag ook nog werken, boodschappen doen, koken, tv kijken en s nachts er pas om 1 uur inliggen, en de volgende dag vroeg weer energiek ontwaken. Een boek, zoals tired or toxic, lees ik makkelijk in een paar uur uit. Ik heb maximale energie, mensen schatten mij 10 jaar jonger dan mijn echte leeftijd.
Het heeft vertrouwen gekost, inspanning, en volhouden, maar zie wat ik er voor heb terug gekregen, alle energie van de wereld. De enige die mij nog beperkt ben ik zelf. Wat hij gedaan heeft? Mij beter maken, en dat verschilt per persoon wat daarvoor nodig is. Die opsomming is op deze plek denk ik niet zo nuttig voor anderen als de wetenschap dat met een individuele benadering door een integer en kundig mens, de enige ware geneeskunst bedreven wordt. Ik hoop nu dat hij zelf een boek schrijft, om deze kennis te verspreiden. Ik gun een ieder de kennis en gedrevenheid van Jim Fernand

Emma

WE HEBBEN ONS ZOONTJE TERUG!!!

Ons zoontje is nu zeven jaar. Ik heb hem gekregen uit mijn vorige huwelijk. In dat huwelijk ben ik en is mijn zoontje geestelijk onderdrukt en met regelmaat door elkaar geschud en geslagen, eigenlijk al vanaf de dag dat hij geboren is.
Meer wil ik daar eigenlijk niet over kwijt, behalve dat die dingen je kapot maken van binnen.
Waar ik alles wat gebeurde met mijn verstand kon beredeneren en er met anderen over kon praten en zo kon verwerken, kon mijn zoontje dat niet.
Hij was veel te klein om alles te begrijpen, laat staan dat hij me kon vertellen wat hij voelde…Hij was drie jaar toen ik bij mijn ex- man wegging en met mijn zoontje bij mijn ouders ging wonen.

Langzaam liep hij vast. Vanaf dat hij acht maanden was stopte hij ineens met eten. Dat gaf veel zorgen, frustraties, huilbuien, boze buien en huisartsbezoeken, tot ik me er uiteindelijk bij neer probeerde te leggen in de hoop dat alles zich vanzelf op zou lossen.
Toen hij vier was kreeg hij woede aanvallen. Soms om niets, soms om iets kleins.
Hij sloeg, schopte, schreeuwde, gooide met spullen, verschoof meubels, sloeg zelfs zichzelf…Soms waren er periodes dat het wat beter ging, maar eigenlijk wisten we nooit wanneer het weer om sloeg.
Ik zocht hulp via de huisarts, via maatschappelijk werk, het consultatiebureau en uiteindelijk kwam ik bij de jeugdhulpverlening terecht.
Daar vertelden ze me dat er niets aan de hand was en dat ik overbezorgd was. Voor mijn gemoedsrust wilden ze wel speeltherapie gaan geven.
In die periode leerde ik mijn huidige man kennen. Mijn zoontje en hij zijn als twee handen op één buik. Mijn huisarts raadde ons aan om niet met de jeugdhulpverlening in zee te gaan, maar te gaan verhuizen. Volgens hem zou een nieuwe school, een nieuw veilig thuis, rust, regelmaat en héél veel liefde wonderen voor hem gaan doen.
Daar had hij gelijk in. De woedeaanvallen werden minder en minder heftig. Soms at hij zelfs een heel klein beetje. Maar langzaam aan kregen we steeds meer het idee dat hij onbereikbaar ver weg was. Dat we niet meer konden zien wat hij dacht en hoe hij zich voelde…

Intussen werd ik zwanger en ging ik met mijn man naar een zwangerschapscursus.
De cursusleidster vertelde over complicaties bij de bevalling en de eventuele gevolgen daarvan. Ze noemde onder andere huilbaby’s en niet eten.
Na de cursus hebben we doorgepraat en ze gaf ons het adres van Jim Fernand, een osteopaat. Ik kende de naam ”osteopaat” niet, laat staan wat zo iemand doet.

We konden al snel terecht, maar we moesten erg lang wachten. Op de achtergrond speelde een muziekje en er hing een licht overheersende wierookachtige lucht in de ruimte. Dit maakte dat ik na anderhalf uur als hoogzwangere niet alleen moe en misselijk, maar ook nog eens behoorlijk sceptisch was geworden. Ik vroeg me af waar ik was beland en wat ik in hemelsnaam mijn kind aan ging doen. Ik besloot te blijven met in mijn achterhoofd het idee van “het is maar een intake, ik hoef hier niet mee door te gaan”. Zodra we aan de beurt waren mocht ik uitrusten op de behandeltafel, waar ik behoorlijk nerveus van werd en kregen we een hoop informatie over wat Jim Fernand eigenlijk allemaal doet. Osteopatie, ja, maar nog veel meer dan dat. Gezien de situatie en de gemoedstoestand van mijn zoon wilde Jim Fernand eerst verder kijken, om te zien of er niet een heel andere behandeling nodig was. Enigszins beduusd stonden we na een half uur weer buiten.
Thuis besloten mijn man en ik dat we de keer erna samen naar Jim Fernand zouden gaan. Jim Fernand had onze zoon uitgelegd dat ze zouden gaan handje drukken. Hij telde de dagen af, zo’n zin had hij erin. Voor ons, gewend aan reguliere zorg, ziekenhuizen en tl- verlichting, was het hocus pocus. Het “handje drukken” bestond uit het meten van de reactie van onze zoon op verschillende stoffen. Die corresponderen ieder met een deel van je lijf. Onze twijfel zakte snel, naarmate het onderzoek vorderde. We zagen hoe onze zoon zijn best deed, maar tegelijk zagen we zijn lijfje heel sterk reageren op bepaalde stoffen. Hoe hard hij ook probeerde, hij had dan geen kracht meer om Jim Fernands arm weg te duwen.
De uitkomst schokte Jim Fernand, “maar”, zo zei hij, “het lichaam liegt nooit. Om mijzelf en jullie te overtuigen van de juistheid van de diagnose, herhalen we de test nog een keer.”

De test was overtuigend. Onze zoon was depressief. En dan in die mate dat een volwassen persoon zelfmoord wou plegen. We stonden lam geslagen. De tranen achter de ogen. En ondertussen stond ons kind naar de visjes te kijken. Een beetje boos, omdat we in het engels met elkaar spraken. Deze emotie kwam zelden voor bij een kind. Hij moet ergens iets hebben mee gemaakt waardoor hij er ter plekke niet meer heeft willen zijn. Ik kon genoeg bedenken, maar ik kon me alleen maar voor mijn hoofd slaan; ”had ik maar…”

Met praten of speeltherapie zouden we er nooit achter gaan komen. Het zat veel te diep weggestopt. Met bepaalde prikkels kwam er wel wat naar boven, wat hij uitte in woede. Het niet- eten was volgens Jim Fernand de enige manier die zo’n jong kind kan bedenken om er niet te zijn en om controle te hebben over zijn doen en laten en kunnen.

“Het komt goed”, zei hij, ”laten we de behandeling starten”.
Eerlijk gezegd hadden we op dat moment alles wel willen doen om ons mannetje te helpen, maar de behandeling was heel eenvoudig. Druppels en thee en vitamine C om aan te sterken. Dat was voor mijn gevoel veel te simpel. Homeopathie, oké, thee kreeg hij al elke middag uit school en het beetje dat hij groeide deed hij van de roosvicee. Tot ik las over de druppels en de dosis. Dat was wel erg heftig voor zo’n klein lijfje. Volgens Jim Fernand was dit toch echt de manier om de emoties te ontladen en uit zijn lijfje te gaan krijgen.
Ondanks alle twijfels en zorgen omtrent de eventuele gevolgen, zijn we begonnen. Eerst vijf druppels en zo elke week vijf erbij, tot de zestig aan toe.
We hebben van alles meegemaakt; Ons kind is ons uit gaan schelden, is gaan vechten op school, is gaan huilen en stampvoeten. Soms schold hij me uit voor rotmoeder en twee tellen later vroeg hij om een banaantje. Vooral de eerste weken waren voor hem èn voor ons een achtbaan van emoties. Toen ineens hoorden we een heel hard gegil, om er vervolgens achter te komen dat hij op de w.c. zat te zingen. Hij ging moppen tappen en kreeg de slappe lach, haalde grapjes uit, vertelde dat hij van ons hield en gaf ineens de hele dag kleffe kusjes weg. Maar ook ging hij vragen stellen over de tijd dat we nog bij zijn vader woonden. Vroeg waarom pappa dan zo boos werd… Een keer nadat we hadden gestoeid begon hij ineens ontroostbaar te huilen en vroeg aan ons waarom hij huilde…
Soms dacht ik “wat gebeurt er allemaal, komt dit nog goed?”
Mijn man zei elke keer “ach jawel joh, dat zijn die gekke druppels” En weet je, na elke vrolijke, verdrietige of boze uitbarsting ging het beter. Hij werd rustiger, vrolijker en een klein kletskousje.

De controles toonden aan dat de emotionele lading steeds minder werd en wij zagen het in zijn gedrag. We hebben een heel ander jongetje gekregen. Ik geniet elke dag weer van zijn zingen in huis. Hij gaat zelfs eten! Kleine, voorzichtige hapjes. Vaak moet hij eerst met zijn vingers even voelen. Natuurlijk heeft hij nu ook dagen dat hij zegt dat hij niet eet en doet dan lekker dwars. Tranen met tuiten huilt hij als hij dat gevecht niet wint en apetrots is hij als hij toch een hapje heeft geprobeerd.
Het blijft nog even zoeken naar hoe we met hem om moeten gaan. Als ik hem terecht moet wijzen denk ik altijd nog dat de poef door de kamer gaat vliegen. Gelukkig blijft dat uit. Ik geloof dat de grote mond die ik nu terug krijg er ook gewoon een beetje bij hoort als ze zeven zijn…
Het allerbelangrijkste verschil vinden we toch wel; zijn ogen stralen weer. Ze zijn weer open, je leest weer aan hem af hoe hij zich voelt.
Toen ik dat Jim Fernand probeerde uit te leggen zei hij; “je ziet zijn ziel weer in zijn spiegeltjes”.

En zo is het. Inmiddels hebben we nu twee jongens. Onze oudste vind het geweldig! Hij wil zijn broertje de hele dag knuffelen en zijn broertjes eerste lachje was voor hem. Dat maakt ons blij en warm van binnen. Niet alleen met ons zoontje gaat het goed, er komt ook voor ons rust. We wisten niet meer hoe we hem moesten bereiken, twijfelden eraan of we het wel goed deden als ouders. En nu? Alles is anders!
Zelfs mijn ouders, waar we bijna twee jaar bij hebben ingewoond zijn verbaasd over de veranderingen die hun kleinzoon doormaakt. We hadden hen lang niet alles verteld. Omdat we niet wilden dat ze zich zorgen zouden maken, maar ook omdat we niet konden uitleggen waar we nu eigenlijk mee bezig waren. We dachten dat ze geen genoegen zouden nemen met het feit dat we naar een soort Tita- tovenaar gingen.
Nu proberen mijn ouders op hun manier aan hun vrienden en kennissen uit te leggen wat “zo’n kerel” nou allemaal doet…Ook zij zijn dus overtuigd door het resultaat.

De drempel was hoog, we waren erg sceptisch en snapten er niet veel van, maar wat ben ik blij dat we gebleven zijn en doorgegaan zijn! Onze zoon hoeft niet meer behandeld te worden. Alles is goed.Vandaag heeft hij zijn oma gebeld, wat is hij boos dat hij niet meer naar dokter Jim Fernand mag.

Felice

Het is begonnen in 1999. Ik ging met een vriendin op vakantie naar Turkije. Het was erg gezellig, maar helaas kreeg ik daar keelontsteking. Naar een privékliniek was de enige mogelijkheid. Daar kreeg ik een forse antibioticakuur. Het ging al snel een stuk beter en ik heb een hele leuke vakantie gehad.
Eenmaal terug in Nederland kreeg ik last van een hardnekkige darmontsteking.
In het ziekenhuis viel niet al te veel te ontdekken en ik moest eigenlijk maar afwachten tot het beter zou gaan.
Eind van dat jaar heb ik een relatie gekregen met een schat van een jongen. En in augustus 2000 zijn we gaan samenwonen.
Na ongeveer 2 maanden werd ik erg moe en heb ik bloed laten prikken bij de huisarts. Daar kwam uit, dat het een zusje van de ziekte van Pfeiffer was. Wat ik daarmee moest en wanneer het over zou gaan, kon niemand me vertellen. Ik ben toen ruim 3 maanden thuis geweest van mijn werk. Ik sliep 20 uur op een dag. Wat een begin als je net samenwoont. Na 3 maanden ben ik weer met 2 uur per dag aan het werk gegaan en heb dat in 1,5 jaar opgebouwd naar 3 dagen. Ik heb een hele fijne Arbo-arts gehad, die erg begripvol was. Hij gaf mij het advies naar Dokter Smit te gaan in het ziekenhuis De Gelderse vallei in Ede. Daar hebben ze met elektroden op mijn hoofd gekeken naar mijn slaappatroon en wat dat met mijn hersenen deed. Uiteindelijk ben ik melatonine gaan slikken, want dat zou ik niet of te weinig aanmaken. Zoals alles, leek dit te helpen. Helaas was dit ook weer van korte duur.
Ik bleef me echter niet goed voelen en ging weer het medische circuit in. De internist vertelde mij na alle onderzoeken, dat het waarschijnlijk niets was, ze konden niets vinden. Het verstandigste was om maar 3 maanden aan de anti-depressiva te gaan. Dit wilde ik niet, want ik wist zeker dat het een lichamelijke oorzaak had. Gelukkig steunde mijn partner mij hierin. Ook van familie heb ik veel steun gehad. Al snel probeer je dan het alternatieve circuit.
Dus ging ik van kwakzalver naar homeopaat en door naar de re-balancing. Iedereen riep, “ Natuurlijk kan ik je helpen”en “Dat varkentje zal ik wel eens even wassen”. Helaas werd het varkentje niet gewassen. Het ging in de loop der tijd wel iets beter, maar het hield niet over.
Ik werd zwanger en voelde me eigenlijk wel goed en beviel in januari 2004 van een heerlijke zoon Kevin.
Helaas, nadat ik na 9 maanden ontzwangerd was, ging het alsmaar slechter.
Als Kevin in de box lag, lag ik naast hem op de grond te slapen. Iedere ochtend werd ik wanhopig wakker, niet wetend hoe de dag door te komen. Gelukkig bleef Kevin lang tussen de middag slapen. Twee dagen werken was echt het maximum.

In 2006 hoorde ik van iemand over het CVS-centrum in Amsterdam. Daar ging ik naartoe. Zij constateerde een vrij erge vorm van CVS. Met carnitine drank zou het een stuk beter moeten gaan. Het hielp wel iets maar niet afdoende.
In dezelfde tijd las mijn schoonvader een stuk in de krant over een meisje met dezelfde symptomen. Zij was genezen door dokter van Meerendonk uit Utrecht. Vlak voor de vakantie kon ik bij dokter van Meerendonk terecht. Hij hoorde mijn verhaal aan en deed urine- en bloedtesten. De uitslag zou er na onze vakantie zijn.

We gingen op vakantie naar Kos. Het begon heel leuk, maar al snel kreeg ik last van mijn heupgewrichten. Ik kon niet ver meer lopen en het deed erg pijn. Als we ergens gingen eten of naar het strand gingen, hing ik op de buggy. Ik gebruikte hem als rollator. Onder de pijnstillers heb ik mijn vakantie daar met mijn gezin doorgebracht en iedere middag weer naar bed. Het ging steeds slechter en ik ben kreupel en onder de pijnstillers het vliegtuig in gegaan.
Bij terugkomst kon ik weer terecht bij dr. van Meerendonk voor de uitslagen. Het resultaat was, dat mijn bijnieren zo slecht werkten, dat, als er niets zou gebeuren, ik niet heel oud zou worden. Hij was verbaasd, dat ik nog niet in coma lag.
Met cortisol en het anti-viraalprotocol ging het een stuk beter.
Toen ik het anti-viraal middel uit moest proberen, met 1 ampul beginnen en dan kijken bij hoeveel ampullen er een reactie optreedt, dacht ik dat ik een hartaanval zou krijgen. Toen ik met het anti-viraalprotocol aan de slag ging, begon ik met 1/10 van het middel en kon dat 1x per 3 weken met 1/10 opbouwen. Op een gegeven moment stond het stil en kon ik niet verder. Dokter van Meerendonk vertelde mij toen dat hij mij niet verder kon helpen, maar wel een vriend had, die dat waarschijnlijk wel kon. Ik vond het geweldig, dat hij durfde toe te geven, dat hij mij niet verder kon helpen.
Ik vond hem alleen al een kundig arts, omdat hij dat toe durfde te geven.

In september ben ik bij Jim Fernand aangekomen. Ik was vol goede moed en hoopte dat hij mij misschien zou kunnen helpen.
Toen Jim Fernand mij ging testen, bleek er veel aan de hand te zijn. Verschillende vitale organen functioneerden niet optimaal. De oorzaak bleek een fikse benzeenvergiftiging te zijn. Hij heeft me toen uitgelegd wat de benzeen met mijn lichaam deed. Nadat ik de juiste voedingssupplementen had gekregen, ging het al heel snel beter.

Jim Fernand hield me heel scherp in de gaten en liet me regelmatig terugkomen. Ik heb altijd veel vertrouwen in hem gehad. Vaak was het 1 stap terug en dan een heleboel stappen vooruit. Zeker de beginfase was spannend. Zou het mij iets brengen en zou het mij genezen? Zou ik weer een gezond en normaal leven op kunnen bouwen?
In 2006 wilde we graag verhuizen naar een groter huis. We hebben heel veel huizen bekeken, maar omdat ik zo moe was, moest het een huis zijn, waar niet al te veel aan gedaan moest worden. Mijn vriend moest het immers bijna helemaal alleen op gaan knappen, want ik was veel te moe en had geen energie. In november 2006 had ik een huis gezien, waar ik helemaal weg van was. Er hoefde niet veel aan gedaan te worden, maar een verhuizing met een klein kind kost toch veel energie. En een verfje is al snel nodig. Ik wilde ook graag wat van mijzelf in het huis stoppen en kan het niet laten om toch mee te klussen. Omdat ik nog steeds heel erg moe was, hebben we het besluit genomen om hier niets mee te doen.
Ik was zo verliefd op het huis, dat ik mijn vriend het ook heb laten zien. Ook hij vond het super. Het bleef knagen en toen ik weer op controle bij Jim Fernand kwam, hebben we er met hem over gesproken. We merkten dat het steeds beter met mij ging. We vroegen Jim Fernand of de trend zich voort zou zetten en of hij dacht dat het verstandig was, als we de gok zouden wagen. Hij vertelde ons dat er bijna zeker geen terugval zou komen.
We besloten de gok te wagen en in januari waren we de trotse bezitters van een nieuw huis. Wat waren we blij.
In april kregen we de sleutel en inderdaad ik kon klussen en het ging goed.
Maar toen wilde we nog wel erg graag een 2e kindje om de kamers te vullen. Maar wat als het niet goed met mij zou gaan. De vorige keer had ik immers tijden gehad, dat ik naast de box lag te slapen. Wat was ik bang om hier een beslissing over te nemen, zo ook mijn vriend. Tijdens mijn eerste bevalling had ik zoveel bloed verloren, dat ik een volgende keer in het ziekenhuis moest bevallen, omdat de artsen bang waren, dat ik weer een flinke bloeding zou krijgen. Als er niets gedaan zou worden, zou ik doodbloeden.
Na weer een overleg met Jim Fernand en de geruststelling van hem, dat het echt wel goed zou komen, hij zou mij immers heel goed in de gaten houden en ook het kleine wezentje binnenin mij, waagden wij de sprong. Over de bloeding hoefde ik mij niet druk te maken, het zou deze keer goed gaan.
Tot ons grote geluk, was ik ook deze keer weer gelijk zwanger. Ik kon Jim Fernand ons grote geluk vertellen. Wat was hij blij voor ons. Jim Fernand heeft mij tijdens de zwangerschap heel goed onder controle gehouden. En weer werd er een zoon geboren, dit keer in juni.
Tijdens deze bevalling werd de baby in 3 en half uur geboren en ik verloor weinig bloed. Het ging super. Met de nazorg van Jim Fernand, die we van te voren telefonisch geregeld hadden, had ik alle voedingssupplementen al in huis. Ik knapte razendsnel op en ik heb een super kraamtijd gehad.

Ik voel me goed en ik slik alleen nog de onderhoudsdosis, die mij op de been houdt.
Door de benzeenvergiftiging die ik heb gehad, moet ik wel met bepaalde omstandigheden rekening houden. Zo laat ik mijn partner altijd benzine tanken en vermijd ik rokerige ruimtes. Ik merk dat ik hier anders erg ziek van kan worden. De reactie treedt heel snel op en is snel voelbaar. Met voldoende nutriënten, weet ik de benzeen uit mijn lichaam te houden.
Ik heb wel geleerd positief in het leven te blijven staan en vooral hoop te houden en in jezelf te blijven geloven. Een partner die je daar onvoorwaardelijk bij steunt en familie die er altijd voor je is, helpen daar zeker aan mee.
Dankzij Jim Fernand heb ik mijn leven weer terug en kan ik volop van mijn gezin genieten.
Bedankt Jim Fernand!!!!

Anand

Ik kwam bij Jim Fernand terecht via mijn zusjes. Dat was ergens in januari 2007. Ik was toen net gestopt met roken omdat ik me zo verschrikkelijk rot begon te voelen. Dat was al een tijdje zo, maar het werd steeds erger. Ik had last van verschrikkelijke pijnen in mijn hart, mijn longen, kreeg weinig lucht, had hartkloppingen, kon niet slapen, had last van hoofdpijnen en zo kan ik doorgaan met de klachten die ik had. Bij mijn eerste bezoek aan Jim Fernand heb ik eerst een wijze les moeten leren voordat ik behandeld kon worden. Dat was namelijk dat er niets boven mijn gezondheid staat. Dat mijn gezondheid het belangrijkste is wat ik heb. Dat ik niet moet kijken naar geld, maar naar mijn gezondheid. Ik was namelijk bereid wel honderden tot duizenden euro’s aan mijn BMW te spenderen, maar deed moeilijk over het betalen van een paar honderd euro, terwijl die paar honderd euro totaal niks zijn als ik mijn gezondheid weer terug kan krijgen en me weer lekker in mijn vel kan gaan voelen. Ik heb moeten leren dat ik zelf mijn lichaam vervuild heb. Die keus had ik gemaakt toen ik begon met roken. Nu moest ik de keus maken de rommel die ik in mijn lichaam veroorzaakt had, weer zelf op te ruimen. Voor deze les wil ik Jim Fernand als eerste bedanken, want hij heeft mij doen inzien en echt laten voelen dat mijn gezondheid die paar euro’s meer dan waard was. Ik heb een behandeling van een paar maanden gehad, en voelde mij daarna weer heerlijk in mijn vel. Ik was stomverbaasd hoe effectief zijn behandeling was.
Weer een jaar later keerde ik terug naar hem, omdat ik weer problemen had met mijn gezondheid. Ik voelde me suf en moe, had verschrikkelijke darm problemen, pijnen in mijn hart, problemen met slapen ( nee, ik was niet weer stiekem begonnen met roken ! J ) etc … Ik voelde me echt helemaal niet lekker. Ik had namelijk van mijn huisarts een antibiotica kuur gehad tegen de griep. Die antibiotica kuur heeft mij nog veel zieker gemaakt dan ik was. Ook hier weer heeft Jim Fernand mij binnen 2 maanden weer helemaal op de been geholpen.
Nu, februari 2009,  ben ik weer terug bij hem. De reden hiervan is dat mijn KNO arts een gezwel in mijn neusholte heeft gezien op de röntgen foto in april 2008, maar het heeft laten zitten en er verder niets over heeft gezegd. In oktober 2008 begon de ellende. Later zou bekend worden dat ik een enorme ontsteking had in mijn kaakholte ( wortelcyste ) en die ontsteking was doorgegaan naar mijn linker neusholte die ook helemaal ontstoken is geraakt. Een onbeschrijfelijke pijn allemaal. Om een zeer lang verhaal heel beknopt te houden, kwam het hierop neer: ik heb in 2,5 maand tijd 4 zware antibioticakuren gehad, 3 operaties aan mijn kaak en zou nog eens 2 operaties aan mijn neus moeten ondergaan.

Ik ben na mijn kaak operaties naar Jim Fernand gegaan omdat ik dacht dat, nu de haard van het probleem weg was, ik misschien hulp kon krijgen van hem. Want ik voelde me belabberd…. erg rot. Ik ben nu 3 weken bezig met zijn behandeling en ik ben al zover dat de operaties aan mijn neus niet eens meer nodig zijn! Ik heb dit overlegd met mijn nieuwe KNO arts, en hij was verwonderd en verrast dat ik mij zo goed voelde in relatief korte tijd. Wederom sta ik versteld van de behandeling. Ik had veel eerder naar Jim Fernand moeten gaan, dan had ik mijzelf al deze ellende kunnen besparen. Het is werkelijk ongelooflijk hoe goed de behandelingen mij geholpen hebben en nog steeds helpen. Dit is een geneeskunde die veel verder en dieper gaat dan de reguliere geneeskunde. Niet de symptomen onderdrukken, maar het probleem bij de wortels vatten. Hartelijk bedankt voor alles wat je tot nu toe voor mij gedaan hebt Jim Fernand.

Ineke

Mijn ervaringen met de orthomoleculaire geneeskunde door Jim Fernand

Mijn naam is Ineke, ik ben een vrouw van 57 jaar en sinds 1994 ben ik chronisch schildklierpatiënt.

Na meer dan twee jaar lichamelijk ongemak met allerlei ziekteverschijnselen werd bij mij door de reguliere geneeskunde een “hyperthyreoïdie” geconstateerd. Dat is een te snel werkende schildklier, ook wel de ziekte van Graves genoemd.
Later kwamen er ook klachten van mijn ogen bij ( Oftalmopathie )
Na minstens zes jaren behandelingen van de schildklier met medicatie en de welbekende “slok” ( een dosis radioactief 1311 ) en daarna de behandeling van mijn ogen van Prednison tot bestralingen en 7 “herstel”operaties toe, ging ik van een te snel werkende schildklier naar een te langzaam werkende, waardoor het noodzakelijk bleef mijn leven lang hormonen te moeten blijven slikken. Om de drie maanden moest ik bloed laten prikken om mijn dosering hormonen weer in te laten stellen, afhankelijk van de bloedwaarden.

Daarna heb ik een aantal jaren verschillende klachten gehad, al dan niet verband houdende met mijn schildklieraandoening. De reguliere geneeskunde had hier geen afdoende oplossing voor. En zo kwam ik in contact met Jim Fernand. Hij heeft steeds goede diagnoses gesteld en mij van mijn aandoeningen af geholpen door middel van voedingssupplementen, vitamines en mineralen. Omdat het daarna een paar jaar achter elkaar goed met mij ging, heb ik afscheid van hem genomen en kon ik de draad van alledag weer “normaal”oppakken.

Tot de winter 2006/2007. Zo langzamerhand had ik de lichamelijke verschijnselen van mijn schildklier wel leren kennen, dacht ik. Zo ook in deze tijd. Ik was moe, kon slecht slapen, was duizelig, kon me slecht concentreren. Ik kwam kilo’s aan. Maar het meeste last had ik als ik mij inspande. Na tien meter lopen bonkte mijn hart uit mijn lijf, laat staan als ik een trap op moest. Ik werd gek van het bedenken hoe ik iets kon doen zonder veel inspanning. Toch wilde ik gewoon blijven werken. Ik had een “zittend” beroep, dus dat moest kunnen, vond ik. In de gehele periode met de schildkliertoestanden had dat overlevingsmechanisme me er immers ook doorheen gesleept! Kijk, dacht ik, mijn schildklier werkt weer eens te traag.
Toen ik bloed liet prikken bleek, dat de schildklierwaarden goed waren, maar ondanks dat voelde ik me zeer beroerd. En dat al máándenlang! Tot ik bij de Bloedbank Sanquin kwam om bloed te geven. Ik werd geweigerd, omdat de voorcontrôle uitwees, dat ik een dramatische bloedarmoede had.

Ik werd verwezen naar mijn huisarts, die me onmiddellijk naar de internist in het ziekenhuis doorstuurde. Na een gesprek met haar veronderstelde ze dat ik “ergens” een bloedlek in mijn lijf zou hebben en dat daarvoor een serie onderzoeken van maag, darmen, hart en zonodig een borstbeenpunctie zou moeten plaatsvinden.
Toen ik dat hoorde was ik geshockeerd. Wéér ziekenhuis in ziekenhuis uit en wie weet wat voor behandelingen er weer moesten komen. Ik nam me voor om opnieuw contact met Jim Fernand op te nemen en te vragen of hij een diagnose kon stellen. Voor mijn thuisfront – dat heilig gelooft in de reguliere gezondheidszorg – wilde ik beide mogelijkheden proberen om te onderzoeken wat de oorzaak was van de anemie.
Ik vertelde de internist dat ik ook met een orthomoleculair geneeskundige in contact was, maar daar had ze geen belangstelling voor.
De eerste onderzoeken in het ziekenhuis begonnen, waarna ik ook voor consult naar Jim Fernand ging.

Hij constateerde via een spierkrachtreflexonderzoek (SRO) een virale infectie van de schildklier en van de nieren. Dit was naar alle waarschijnlijkheid de oorzaak van de bloedarmoede. De virale infectie van de nieren had tot gevolg dat de energiestofwisseling van de nieren dusdanig werd gesaboteerd, dat dit ten koste ging van de productie van het hormoon erythropoëtine (EPO).
Ik kreeg een antiviraal medicijn om de infectie te bestrijden en vervolgens werd de bloedaanmaak in vijf stappen gestimuleerd, door middel van orthomoleculaire nutriënten. Ik vond het mooi om te horen van Jim Fernand hoe een rode bloedcel zich ontwikkelt en dat voor elke stap een ander middel nodig is om het op te bouwen. Ik had alleen van ijzertoediening of een bloedtransfusie gehoord als je bloedarmoede had.

Het is onvoorstelbaar wat er met mijn lijf gebeurde in dat proces van opbouwen van die rode bloedcellen. Ik kreeg steeds meer energie, kon me weer normaal inspannen en de klachten verminderden steeds meer. Na toch een maag- en hartonderzoek in het ziekenhuis -dat niets opleverde – wilde ik dat de internist zou stoppen met verder onderzoek. Ik vroeg haar wèl een bloedonderzoek te doen om te zien hoe het met de “bloedarmoede” was. De waarde was verbluffend gestegen. De waarde was van 4.9 mmol/l naar 6.6 mmol/l gegaan en ik was nog niet eens klaar met de opbouw van de rode bloedcellen bij Jim Fernand. De laatste behandelingen bij hem vonden plaats. De bloedwaarde was inmiddels 8.2 mmol/l. Ik voelde me als herboren. Bij de internist had ik een afrondend gesprek en zij stond voor een raadsel, zei ze.
Ik heb dit alles wel uitvoerig met mijn huisarts besproken, maar hij kon er niet meer over zeggen, dan dat er meer onder de zon is dan wij weten en denken.

Het mooie van de orthomoleculaire geneeskunde vind ik, dat daarbij wordt gezocht naar de oorzaak van de lichamelijke klachten d.m.v. de diagnosemethode die Jim Fernand hanteert.
Ik kan nog steeds niet bevatten hoe hij die stressreacties meet. Maar na alle ervaringen die ik heb mogen meemaken en de behandelingen die er op volgden, heb ik er veel vertrouwen in gekregen en ondervonden dat dit een zeer waardevolle manier is om met ziekte en gezondheid om te gaan. Deze is bovendien niet lichamelijk belastend in vergelijking met de onderzoeken en behandelingen in het ziekenhuis. Het is me dan ook nog steeds niet duidelijk – en vind het schrijnend – dat er niet veel meer kan worden samen gewerkt met de reguliere gezondheidszorg. Ik vind het zeer terecht dat deze vorm van onderzoek en behandeling in mijn pakket van de ziektekostenverzekeraar is opgenomen. Het is handig van hen te erkennen dat het ook nog eens zeer kostenbesparend werkt ten opzichte van de reguliere gezondheidszorg.

Esther

Het verhaal van Esther, 38 jaar.

Bijna 12 jaar geleden kreeg ik last van spierkramp-achtige gevoelens in mijn rechterbovenbeen en rechterhand. Ik had niet eerder dit soort klachten gehad en hoopte maar dat het vanzelf over zou gaan. Helaas was dit niet het geval, sterker nog, de pijnen werden steeds erger, vooral na bepaalde inspanningen. De rechterkant van mijn lichaam voelde geheel anders dan de linkerzijde. Dat gold vanaf mijn voeten tot mijn hoofd. Die scheiding was zeer duidelijk afgebakend. Ook mijn (rechter)oogspieren kregen het moeilijk bij het lezen. Warmte, met name zonnewarmte bleek ook een nadelig effect te hebben; zonder mijn hoofd te bedekken werd de rechterkant pijnlijk, een migraine-achtig gevoel. Een warm bad was niet meer uit te houden. De spierkracht aan de rechterzijde nam ook af. Veel dingen die tot voorheen geen enkel probleem waren, gingen me steeds moeilijker af.
Knutselen, tuinieren, saxofoon spelen, het aankleden van de kinderen, huishouden, noem maar op. Vooral na een bepaalde inspanning ontstond een verdoofd, tintelend gevoel in mijn spieren. Ook slapen ging moeilijker omdat ik niet goed op de rechterzij kon liggen. Het gewicht van het dekbed voelde niet goed aan mijn voeten. En ook was ik snel en veel moe.
Intussen was ik via de huisarts doorverwezen naar een neuroloog. EMG (electro myogram), CT scans, MRI scan van de hersenen enz. wezen echter niets uit. Ook van MS, waar de symptomen aan deden denken, zou geen sprake zijn. De huisarts ging alles maar aan een psychische oorzaak wijten. Na een aantal psychologische tests werd toch besloten deze weg niet verder te volgen. Misschien zou ik aan een of andere spierziekte lijden? Een specialist uit het Dijkzigt Ziekenhuis heeft me onderzocht, ook daar kwam echter niets uit. Ik bleef ondertussen wel mijn klachten houden en blijf ook zoeken naar een oplossing. Zo kwam ik bij een Tibetaanse arts in Amsterdam terecht. Polsdiagnose en urine-onderzoek wezen uit dat het zenuwstelsel en immuunsysteem niet goed meer functioneerden. Een hele reeks van bezoeken aan deze Tibetaanse arts volgde en ik kreeg verschillende Tibetaanse kruidenpillen mee. Langzaam maar zeker ging het toen toch iets beter. Ik kreeg wat meer energie. Ik kon weer meer dingen gaan doen en ging zelfs weer skeeleren met mijn man. Op 2e pasen, in april 2004, ging er tijdens het skeelertochtje iets goed mis. Wij skeeleren echt niet hard en fanatiek maar door de tegenwind kostte het toch aardig wat moeite. Ik heb het volgehouden tot thuis, maar die nacht in bed voelde ik dat er iets fout zat. De volgende morgen had ik totaal geen kracht meer aan mijn rechterzijde, van top tot teen. Ik kon nagenoeg niet meer lopen want ik kreeg mijn rechterbeen gewoonweg niet vooruit. Dat was flink schrikken, want het ging juist de goede kant op en nu was het nog veel erger dan het ooit geweest was. Zo erg dat ik een rolstoel nodig had om naar buiten te kunnen. Ik werd nu echt afhankelijk van anderen. Fietsen, autorijden: ik kon het allemaal niet meer. Ook saxofoonspelen ging nu echt heel moeilijk. Mijn grootste angst was dat ik dat misschien niet meer zou kunnen. Gelukkig kon ik mij binnenshuis nog enigszins verplaatsen met hulp van een wandelstok. Ik bleef de Tibetaanse arts bezoeken, al moest dat nu met de rolstoel. We hadden een rolstoel aangevraagd bij de daarvoor aangewezen instantie, maar dat werd een gebed zonder eind: omdat mijn ziekte immers niet officieel kon worden vastgesteld en er geen naam aan kon worden gegeven kwam ik daar niet voor in aanmerking. Ik zal jullie dit verhaal verder besparen, maar het was erg pijnlijk om te moeten constateren dat ik gewoonweg niet werd geloofd. Alsof ik voor mijn lol in een rolstoel zat! Zo’n behandeling wens ik echt niemand toe. Ten einde raad hebben we maar zelf een rolstoel aangeschaft. Heel langzaam ging het wel een beetje vooruit in de maanden na het bewuste skeelertochtje, maar zonder rolstoel ging het niet en ook fietsen en autorijden zat er niet in.
Ik denk dat de Tibetaanse pillen mij wel goed hebben gedaan, alleen een echte verbetering zat er niet in. Intussen was ik ook bij een manuele therapeut terecht gekomen; hij beweerde dat alles kwam door een bekkeninstabiliteit na de geboorte van mijn jongste zoon in 1995. Ik werd gekraakt en kreeg een band om mijn heupen. Het mocht niet baten. Ook een revalidatie-arts heeft mij onderzocht en na 8 weken “revalidatie”, waar ik gebroken vandaan kwam, kwam men tot de conclusie dat verder revalideren geen zin had, want er zat geen vooruitgang in. Ook de revalidatie-arts begon een psychische oorzaak te zoeken, maar ook hier losten gesprekken met een psychiater niets op. Daarnaast was ik ook weer bij de neuroloog terug, want het was toch overduidelijk dat er iets mis was met mij. Ook nu brachten allerlei onderzoeken niets aan het licht. Hoeveel moeite het ook allemaal kostte, ik bleef zoeken en probeerde allerlei geneeswijzen. Niets werd gevonden.

Zo heb ik ook een afpraak gemaakt bij een osteopaat. Na een paar behandelingen voelde mijn lichaam wel beter aan, alsof bepaalde blokkades gedeeltelijk waren weggenomen. De osteopaat gaf mij echter te kennen dat mijn klachten te complex waren en dat ook hij niet tot een echte “genezing” zou kunnen komen. Hij kende echter wel iemand in Utrecht, ook een osteopaat, waar hij al meer “speciale gevallen” naar had doorgestuurd. De zoveelste arts, specialist of therapeut dus weer. Toch heb ik een afspraak gemaakt en zijn we naar Utrecht gegaan. Het is intussen bijna december 2006. De man voor de “speciale gevallen” bleek Jim Fernand te zijn. Een Surinaamse man die behalve Osteopaat ook orthomoleculair geneeskundige is. In een lang gesprek heb ik mijn hele verhaal aan hem verteld. Tot mijn verbazing zei hij dat hij wel dacht iets voor mij te kunnen doen, het zou echter zeker een jaar duren. In het gesprek kwam naar voren dat ik het na de geboorte van mijn jongste zoon erg zwaar heb gehad. De opvoeding van mijn kinderen, en met name de jongste, vergde zeer veel energie en veroorzaakte een emotioneel conflict, zoveel dat mijn immuunsysteem er door werd verzwakt en ik geïnfecteerd werd met een virus. Mijn lichaam kon het niet meer aan en ik kwam in een vicieuze cirkel terecht. Dat is nogal wat! Ik moest er maar eens over nadenken en al zeer kort daarna ging ik weer naar Utrecht om de behandelstrategie te bespreken. Voor de zoveelste keer kreeg ik weer een beetje hoop. Toch is dit wel een heel nieuwe aanpak: Jim Fernand bekijkt alles tenminste in z’n geheel (zowel lichaam als geest), terwijl de meeste mensen waar ik al was geweest allemaal hun eigen specialisme hadden en niet buiten dat “hokje” kwamen. Bovendien sprak zijn verhaal mij wel aan. Eerst was het zaak om de virale belasting uit mijn lichaam te krijgen en tevens moest het emotionele conflict die de immuun depressie had veroorzaakt worden aangepakt. Voor het virus kreeg ik ampullen mee, het emotionele conflict werd met Bachdruppels behandeld. Na ongeveer een maand voelde ik mij minder moe en kreeg ik meer energie. Elke maand gaan we nu naar Utrecht, waar Jim Fernand mij test om te bepalen welke storing primair moet worden aangepakt. Zo is de virale infectie na enkele maanden verdwenen, heb ik een paar maanden vitamine B-12 injecties gehad en kreeg ik diverse voedingssupplementen. Ik voel mij steeds beter worden en ik heb meer energie. Wat Jim Fernand test klopt elke keer met wat ik voel. Dat geeft me vertrouwen. Jim Fernand pakt niet eerder een bepaalde storing of tekortkoming aan voordat de vorige voldoende is opgelost. Hij geeft het juiste voedingssupplement op de juiste tijd, zodat de werking ervan optimaal is en mijn lichaam het verder zelf doet. Na ruim een jaar ben ik door Jim Fernand’s aanpak een ander mens geworden! Mijn krachten zijn zo goed als geheel terug en ik kan weer lopen en fietsen! De rolstoel is verbannen naar de zolder en ik kan mijn geluk niet op. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn man en kinderen begint een nieuw leven. Het belangrijkste is nu om mijn spieren weer te trainen zodat ze verder aangesterkt worden. Intussen ben ik met de meeste voedingssupplementen alweer afgebouwd en hoef ik niet meer elke maand naar Utrecht. Als het goed is zal een jaarlijkse controle nog voldoende zijn of hoeft zelfs dat niet meer.