Mijn verhaal begon toen ik een jaar of 14/15 was. Ik was aldoor heel erg moe. Ik ben toen met mijn ouders naar de huisarts geweest, heb bloed geprikt, en daar kwam Pfeiffer uit. Er verscheen een bobbel in mijn nek die nog is onderzocht in het ziekenhuis. Daar kwam uit dat mijn schildklier een extra schildklier had aangemaakt.
Ik ben best wel een tijd goed ziek geweest van de Pfeiffer, maar wel helemaal uitgeziekt volgens de huisarts. Echter bleef de vermoeidheid. Daarna is de pijn in m’n lichaam begonnen. Vooral in mijn rug. Ik had eigenlijk altijd en overal pijn. Traplopen deed zeer omdat, als ik eenmaal boven stond, het leek alsof ik over m’n hele lichaam verzuring had. We zijn naar de huisarts geweest, maar die gooide het op het idee dat iedereen weleens last heeft van zijn rug. Toen ging ik naar mensendieck voor oefeningen, maar dat maakte het alleen maar erger. Ik kreeg van veel mensen het advies om te gaan sporten, maar ik voelde dat dat niet goed was. We zijn nog naar een mevrouw geweest met een soort roede en die vertelde dat ik chronisch moe was. Een podoloog vertelde me dat ik een rug had van een 65-jarige en ik kreeg zooltjes voor scoliose. Ik was altijd moe, kon amper normaal bewegen en kon bijna niet meer fietsen van de pijn. En dan krijg je van alle kanten de woorden: “Nou kom op, je bent zo jong, je kan niet moe zijn hoor”. Alsof ik het zomaar zei. Dat deed mij pijn.
Er is een punt gekomen dat je stopt met naar dat soort mensen gaan. Je bent moe, niets helpt en je denkt ook dat niemand iets kan doen. Je accepteert dat het zo is. Je hebt gewoon pijn. Klaar.
Toen ik een jaar of 20/21 was, kwam mijn moeder weleens bij Jim. Ze zei dat ze echt met mij naar hem toe wilde omdat ze goede verhalen had gehoord. Je begrijpt, ik wilde niet wéér naar iemand anders toe wat toch niet helpt. Uiteindelijk ben ik toch gegaan. Het was een hele lange weg die ik bij Jim heb gelopen. Mijn lijf was kapot en er moesten allerlei organen gereset worden. Het Pfeiffer-virus zat nog ergens verborgen, maar ook kwamen we erachter dat ik geen methanol (alcohol) kon afbreken. Ik ben meteen gestopt met alcohol drinken. Ook bleek ik een tekort aan vitamine B12 te hebben. Na 3 maanden injecteren met B12 en een ondersteunend protocol, ging het weer goed!
Ik was eindelijk iemand die weer energie had, kon genieten van het leven door normaal een dag te hebben zonder pijn. Ik ben Jim eeuwig dankbaar, en mijn ouders die mij dit hebben gegeven. Ik ben zelfs op fietsvakantie geweest en ben samen met mijn vriend van Schagen naar Limburg gefietst.
Eigenlijk ben ik een nieuw persoon, want zo heb ik me nog nooit gevoeld. Ik kan me niet herinneren hoe ik me voelde vóór de pijn.
Er is maar één conclusie: Jim is mijn held.
Iris