Bijna 12 jaar geleden kreeg ik last van spierkramp-achtige gevoelens in mijn rechterbovenbeen en rechterhand. Ik had niet eerder dit soort klachten gehad en hoopte maar dat het vanzelf over zou gaan. Helaas was dit niet het geval, sterker nog, de pijnen werden steeds erger, vooral na bepaalde inspanningen. De rechterkant van mijn lichaam voelde geheel anders dan de linkerzijde. Dat gold vanaf mijn voeten tot mijn hoofd. Die scheiding was zeer duidelijk afgebakend. Ook mijn (rechter)oogspieren kregen het moeilijk bij het lezen. Warmte, met name zonnewarmte bleek ook een nadelig effect te hebben; zonder mijn hoofd te bedekken werd de rechterkant pijnlijk, een migraine-achtig gevoel. Een warm bad was niet meer uit te houden. De spierkracht aan de rechterzijde nam ook af. Veel dingen die tot voorheen geen enkel probleem waren, gingen me steeds moeilijker af.
Knutselen, tuinieren, saxofoon spelen, het aankleden van de kinderen, huishouden, noem maar op. Vooral na een bepaalde inspanning ontstond een verdoofd, tintelend gevoel in mijn spieren. Ook slapen ging moeilijker omdat ik niet goed op de rechterzij kon liggen. Het gewicht van het dekbed voelde niet goed aan mijn voeten. En ook was ik snel en veel moe.

Intussen was ik via de huisarts doorverwezen naar een neuroloog. EMG (electro myogram), CT scans, MRI scan van de hersenen enz. wezen echter niets uit. Ook van MS, waar de symptomen aan deden denken, zou geen sprake zijn. De huisarts ging alles maar aan een psychische oorzaak wijten. Na een aantal psychologische tests werd toch besloten deze weg niet verder te volgen. Misschien zou ik aan een of andere spierziekte lijden? Een specialist uit het Dijkzigt Ziekenhuis heeft me onderzocht, ook daar kwam echter niets uit. Ik bleef ondertussen wel mijn klachten houden en blijf ook zoeken naar een oplossing.

Zo kwam ik bij een Tibetaanse arts in Amsterdam terecht. Polsdiagnose en urine-onderzoek wezen uit dat het zenuwstelsel en immuunsysteem niet goed meer functioneerden. Een hele reeks van bezoeken aan deze Tibetaanse arts volgde en ik kreeg verschillende Tibetaanse kruidenpillen mee. Langzaam maar zeker ging het toen toch iets beter. Ik kreeg wat meer energie. Ik kon weer meer dingen gaan doen en ging zelfs weer skeeleren met mijn man. Op 2e pasen, in april 2004, ging er tijdens het skeelertochtje iets goed mis.
Wij skeeleren echt niet hard en fanatiek maar door de tegenwind kostte het toch aardig wat moeite. Ik heb het volgehouden tot thuis, maar die nacht in bed voelde ik dat er iets fout zat.

De volgende morgen had ik totaal geen kracht meer aan mijn rechterzijde, van top tot teen. Ik kon nagenoeg niet meer lopen want ik kreeg mijn rechterbeen gewoonweg niet vooruit. Dat was flink schrikken, want het ging juist de goede kant op en nu was het nog veel erger dan het ooit geweest was. Zo erg dat ik een rolstoel nodig had om naar buiten te kunnen. Ik werd nu echt afhankelijk van anderen. Fietsen, autorijden: ik kon het allemaal niet meer. Ook saxofoonspelen ging nu echt heel moeilijk. Mijn grootste angst was dat ik dat misschien niet meer zou kunnen. Gelukkig kon ik mij binnenshuis nog enigszins verplaatsen met hulp van een wandelstok. Ik bleef de Tibetaanse arts bezoeken, al moest dat nu met de rolstoel.
We hadden een rolstoel aangevraagd bij de daarvoor aangewezen instantie, maar dat werd een gebed zonder eind: omdat mijn ziekte immers niet officieel kon worden vastgesteld en er geen naam aan kon worden gegeven kwam ik daar niet voor in aanmerking. Ik zal jullie dit verhaal verder besparen, maar het was erg pijnlijk om te moeten constateren dat ik gewoonweg niet werd geloofd. Alsof ik voor mijn lol in een rolstoel zat! Zo’n behandeling wens ik echt niemand toe. Ten einde raad hebben we maar zelf een rolstoel aangeschaft. Heel langzaam ging het wel een beetje vooruit in de maanden na het bewuste skeelertochtje, maar zonder rolstoel ging het niet en ook fietsen en autorijden zat er niet in.

Ik denk dat de Tibetaanse pillen mij wel goed hebben gedaan, alleen een echte verbetering zat er niet in. Intussen was ik ook bij een manuele therapeut terecht gekomen; hij beweerde dat alles kwam door een bekkeninstabiliteit na de geboorte van mijn jongste zoon in 1995. Ik werd gekraakt en kreeg een band om mijn heupen. Het mocht niet baten. Ook een revalidatie-arts heeft mij onderzocht en na 8 weken “revalidatie”, waar ik gebroken vandaan kwam, kwam men tot de conclusie dat verder revalideren geen zin had, want er zat geen vooruitgang in. Ook de revalidatie-arts begon een psychische oorzaak te zoeken, maar ook hier losten gesprekken met een psychiater niets op. Daarnaast was ik ook weer bij de neuroloog terug, want het was toch overduidelijk dat er iets mis was met mij. Ook nu brachten allerlei onderzoeken niets aan het licht. Hoeveel moeite het ook allemaal kostte, ik bleef zoeken en probeerde allerlei geneeswijzen. Niets werd gevonden.

Zo heb ik ook een afpraak gemaakt bij een osteopaat. Na een paar behandelingen voelde mijn lichaam wel beter aan, alsof bepaalde blokkades gedeeltelijk waren weggenomen. De osteopaat gaf mij echter te kennen dat mijn klachten te complex waren en dat ook hij niet tot een echte “genezing” zou kunnen komen. Hij kende echter wel iemand in Utrecht, ook een osteopaat, waar hij al meer “speciale gevallen” naar had doorgestuurd. De zoveelste arts, specialist of therapeut dus weer. Toch heb ik een afspraak gemaakt en zijn we naar Utrecht gegaan.

Het is intussen bijna december 2006. De man voor de “speciale gevallen” bleek Jim Fernand te zijn. Een Surinaamse man die behalve Osteopaat ook orthomoleculair geneeskundige is. In een lang gesprek heb ik mijn hele verhaal aan hem verteld. Tot mijn verbazing zei hij dat hij wel dacht iets voor mij te kunnen doen, het zou echter zeker een jaar duren. In het gesprek kwam naar voren dat ik het na de geboorte van mijn jongste zoon erg zwaar heb gehad. De opvoeding van mijn kinderen, en met name de jongste, vergde zeer veel energie en veroorzaakte een emotioneel conflict, zoveel dat mijn immuunsysteem er door werd verzwakt en ik geïnfecteerd werd met een virus. Mijn lichaam kon het niet meer aan en ik kwam in een vicieuze cirkel terecht. Dat is nogal wat! Ik moest er maar eens over nadenken.

Zeer kort daarna ging ik weer naar Utrecht om de behandelstrategie te bespreken. Voor de zoveelste keer kreeg ik weer een beetje hoop. Toch is dit wel een heel nieuwe aanpak: Jim Fernand bekijkt alles tenminste in z’n geheel (zowel lichaam als geest), terwijl de meeste mensen waar ik al was geweest allemaal hun eigen specialisme hadden en niet buiten dat “hokje” kwamen. Bovendien sprak zijn verhaal mij wel aan. Eerst was het zaak om de virale belasting uit mijn lichaam te krijgen en tevens moest het emotionele conflict die de immuun depressie had veroorzaakt worden aangepakt.
Ik kreeg een antiviraal protocol mee, en supplementen om het emotionele conflict te behandelen. Na ongeveer een maand voelde ik mij minder moe en kreeg ik meer energie. Elke maand gingen we naar Utrecht, waar Jim Fernand mij testte om te bepalen welke storing primair moest worden aangepakt. Zo is de virale infectie na enkele maanden verdwenen, heb ik een paar maanden vitamine B-12 injecties gehad en kreeg ik diverse voedingssupplementen. Ik voelde mij steeds beter worden en ik kreeg meer energie. Wat Jim testte klopte elke keer met wat ik voelde. Dat gaf me vertrouwen.

Jim pakt niet eerder een bepaalde storing of tekortkoming aan voordat de vorige voldoende is opgelost. Hij geeft het juiste voedingssupplement op de juiste tijd, zodat de werking ervan optimaal is en mijn lichaam het verder zelf doet. Na ruim een jaar ben ik door Jim Fernand’s aanpak een ander mens geworden! Mijn krachten zijn zo goed als geheel terug en ik kan weer lopen en fietsen! De rolstoel is verbannen naar de zolder en ik kan mijn geluk niet op. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn man en kinderen begint een nieuw leven. Het belangrijkste is nu om mijn spieren weer te trainen zodat ze verder aangesterkt worden. Intussen ben ik met de meeste voedingssupplementen alweer afgebouwd en hoef ik niet meer elke maand naar Utrecht. Een jaarlijkse controle is voldoende.

Esther